Willem Jacob Kiers
In 1867 verhuist de Lellense houthandelaar en vervener Willem Jacob Kiers vanuit Noordbarge naar dit huis. Hij laat net als veel andere boeren in die tijd een pronkkamer inrichten in het voorhuis[4].
In 1873 laat Kiers een grafkelder bouwen op het achtererf, waarin hij en zes andere familieleden begraven liggen (zie foto links).
Honderd jaar later, in 1973, verlaat de familie de dan sterk vervallen woning.
Twee jaar eerder is Dinghweer aangewezen als rijksmonument[5]. De volgende bewoner is een akkerbouwer, die de gracht voor het huis deels laat dempen om zijn bedrijfsvoering te verbeteren en de duivenslag te kunnen behouden.
De hekken worden wel verwijderd. Hij laat in 1991 ook een loods bouwen op het voorerf naast een bestaande loods uit 1916.
In 2013 wordt het geheel na jaren van achterstallig onderhoud gerestaureerd[6]. Een tweede restauratie in verband met aardbevingsschade volgt in 2017.
Achter de boerderij ligt een terrein met de vroegere boomgaard, die te bereiken is via een bruggetje.
Vroeger heeft er ook een brug over de gracht gelegen aan de zijkant van de schuur met daarop een houten namaakduivenslag[7].